De plant bereikt een hoogte van ongeveer 45 cm en is winterhard.
Kerrieplant heeft een ronde, donzig witte stengel die daarna groen wordt.
In het tweede seizoen verhout de stengel.
Het blad is smal, naaldvormig en zilvergrijs met een zoetige kerriegeur.
De bloemen van het kruid vormen in de nazomer kleine, mosterdgele trossen met een zoetige, milde kerriegeur.
Deze bloemen verdragen zelfs temperaturen van min 10 °C in de winteren zijn zeer geschikt om te drogen.
De takjes kunnen doorlopend vers worden geplukt en direct meegekookt.
Met zijn zilvergrijze takjes vormt de kerrieplant een aparte sierplant.
Hij vergroot het aanbod aan sierplanten en is ook geschikt voor potten op een balkon.
De bladeren met het milde curryaroma kruiden soepen, sausen, groenten en rijst- en vleesgerechten. U kunt de hele takjes kort meekoken en voor opdienen verwijderen. Of u vermaalt het kruid in een vijzel samen met rozemarijn, salie en tijm en u strijkt het, met wat olie en op smaak gebracht met peper en zout over visfilet die u in een zilverpapier op de grill of barbecue legt. Kerrieplant is ook een bestanddeel van allerlei kant-en-klare sausen.